Stageovereenkomst Alternerende opleiding (SAO)
Minder dan 20 uur op de werkplek.
De SAO omvat zowel het les- als het werkplekgedeelte. De beide delen vormen samen een overeenkomst waarvan de arbeidsduur minstens 28 uren per week is en maximum gelijk is aan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van toepassing op je onderneming.
Bij een SAO wordt de leerling minder dan 20 uur per week (gemiddeld op jaarbasis) op de werkplek opgeleid. Ook wanneer de leerling op een gesimuleerde werkplek wordt opgeleid sluit je een SAO af. De procedure ‘SAO’ is gelijkgesteld wanneer er een (werk)stage is en waar er risicovolle activiteiten worden verricht op het bedrijf.
Traject Stageovereenkomst Alternerende opleiding
Via de activiteitenlijst zal er bepaald moeten worden waar de activiteit behaald kan worden. Dit is mogelijk in de school, op de werkplek of via een opleidingscentrum. Aangezien de evaluatie door zowel de school als het bedrijf kan gebeuren, zal zowel de leerkracht als de werknemer bevoegd zijn voor het werken op hoogte.
Voor en tijdens het behalen van de specifieke competenties
Wat doen de bevoegde personen op de school/opleidingscentrum of op de werkplek?
De bevoegde persoon volgt een opleiding voor ladders en rolsteigers (gebruik en montage). De werkgever verklaart dat deze persoon bevoegd is voor de competentie werken op hoogte voor zowel ladders als rolsteigers. De school zorgt in samenspraak met de preventieadviseurs (school & werkplek) dat de materiele en organisatorische maatregelen gevolgd zijn.
Wat doet de leerling op school/opleidingscentrum of op de werkplek?
De leerling zal onderwezen worden over de specifieke competentie werken op hoogte. De bevoegde persoon evalueert deze competentie bij de leerling.
Na het behalen van de specifieke competenties
Er is een (deelname)attest 'Werken op hoogte' waarin de inhoud omschreven staat van de gegeven opleiding. Bij het uitvoeren van de activiteit moet deze plaatsvinden in het bijzijn van een bevoegde persoon. Daarnaast is er een schriftelijke informatie-uitwisseling tussen het bedrijf en de onderwijsinstelling. Op die manier weet het bedrijf dat de leerling al het correcte attest heeft betreffende werken op hoogte.