Inhoud
Aanvullend pensioen
Het aanvullend sectoraal pensioen voor de elektriciens is een pensioen dat men bovenop het wettelijk pensioen opbouwt in het kader van een tewerkstelling in de sector als arbeider.
De aanvullende pensioenen worden ook wel de ‘tweede pensioenpijler’ genoemd. Jaarlijks ontvangen alle actieve aangesloten arbeiders uit de sector een pensioenfiche met daarop o.a. de stand van hun opgebouwd spaartegoed. Slapers (dat zijn arbeiders die inmiddels de sector als arbeider verlaten hebben) - maar eigenlijk ook alle actieve aangeslotenen - vinden een overzicht van al hun (aanvullende) pensioenrechten via de website www.MyPension.be.
Wie?
Alle arbeiders uit PSC 149.01 worden verplicht en automatisch aangesloten bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel. Enkel wie in de sector komt werken of blijft verder werken na ingang van het (vervroegd) wettelijk pensioen, wordt niet of niet langer aangesloten bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel, tenzij deze personen al aangesloten waren op 1 januari 2016.
Hoe dien je een aanvraag in?
Het formulier 'aanvraag tot betaling van het aanvullend pensioen' is terug te vinden op de Volta website of wordt opgevraagd via de Helpdesk. Het formulier wordt samen met de nodige bijlagen naar Volta fbz gestuurd of gemaild. Ongeveer een maand na de datum van de (vervroegde) pensionering betaalt Axa Belgium, de verzekeraar die instaat voor het beheer van het sociaal sectoraal pensioen, het nettopensioenkapitaal uit. De gepensioneerde ontvangt daarbij een liquidatiefiche met de berekening van het nettopensioenkapitaal en vermelding van de fiscale en parafiscale afhoudingen.
Wanneer wordt het aanvullend pensioen uitbetaald?
Sinds 2016 is de uitbetaling van het aanvullend pensioen gekoppeld aan het wettelijk pensioen. Dat wil zeggen dat het aanvullend sectoraal pensioen moet worden uitbetaald wanneer men met pensioen gaat.
- Een vervroegde uitbetaling vóór men met pensioen gaat, is niet mogelijk (mits uitzonderingen).
- Het aanvullend pensioen laten staan na pensionering en de opname ervan uitstellen, is niet meer mogelijk.
- Enkel wie blijft verder werken na het bereiken van de pensioenleeftijd, zonder daadwerkelijk met pensioen te gaan, mag aangesloten blijven zolang er tewerkstelling is in de sector. Het aanvullend pensioen wordt dan verder opgebouwd en zal uitgekeerd worden wanneer de arbeider effectief op pensioen gaat.
Hoeveel?
De werkgever betaalt een bijdrage van 2,10% berekend op het bruto jaarloon aan 108% van de arbeider om de financiering van het sociaal sectoraal pensioen te verzekeren.
Deze bijdrage evolueerde in tijd
Ingangsdatum |
Bijdragevoet |
---|---|
1 januari 2002 |
1,00% |
1 januari 2006 |
1,30% |
1 juli 2006 |
1,36% |
1 januari 2008 |
1,46% |
1 januari 2012 |
1,70% |
1 juli 2014 |
1,80% |
1 januari 2016 |
2,10% |
Er wordt ongeveer 20% afgehouden van het bruto aanvullend pensioenkapitaal.
-
een RIZIV-bijdrage van 3,55% (op het totale kapitaal en de winstdeelnames).
-
een solidariteitsbijdrage die varieert van 0% tot 2%, afhankelijk van de hoogte van het pensioenkapitaal.
-
een bedrijfsvoorheffing (16,5% of 10%*) in de personenbelasting na afhouding van de RIZIV-bijdrage en de solidariteitsbijdrage.
-
de winstdeling wordt in de personenbelasting niet belast.
Voor de aangifte van de personenbelasting ontvangt men het jaar volgend op de uitbetaling van het aanvullend pensioen, een fiscale fiche 281.11. Afhankelijk van de gemeente waarin men woont, zal nog een bijkomende minieme gemeentebelasting verschuldigd zijn.
(*) Het verlaagde tarief van 10% is enkel van toepassing indien men de laatste 3 jaren voor de wettelijke pensionering ononderbroken actief (of gelijkgesteld) was of een volledige loopbaan van 45 loopbaanjaren heeft en de laatste 3 jaren voor de vervroegde pensionering ononderbroken actief (of gelijkgesteld) was.
Arbeiders die de sector verlaten (en dus niet langer onder PSC 149.01 vallen), hebben de keuze om de verworven reserves te behouden in het pensioenplan van de Elektriciens of om het opgebouwde aanvullende pensioen over te dragen naar het pensioenplan van een nieuwe werkgever of sector. Die overdracht is enkel mogelijk wanneer het bedrag van de verworven reserves hoger is dag € 150,00. Het opgebouwd spaartegoed blijft verworven en kan - zowel door slapers als door actieve aangeslotenen - geraadpleegd worden op www.MyPension.be
Bij uittreding is een uitbetaling van de voordelen niet mogelijk vooraleer men met pensioen gaat.
Wie na een uittreding later opnieuw tewerkgesteld wordt bij een werkgever uit de sector, wordt beschouwd als een nieuwe aangeslotene en krijgt een nieuw individueel rekeningnummer (polisnummer) toegekend.
De sector voorziet eveneens een tegemoetkoming aan een aantal onvoorzienbare risico’s die tijdens de loopbaan kunnen plaatsvinden. Hiertoe werd een apart Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Solidariteitstoezegging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel opgericht (FBZ-SSPE).
Voor het aanvullend pensioen betaalt de werkgever jaarlijks een bijdrage van 2,10% op de bruto jaarbezoldiging van de arbeider. Van deze bijdrage wordt:
-
95,5% aangewend voor de opbouw van het aanvullend pensioen.
-
4,5% aangewend voor solidariteitstoezegging.
De solidariteitstoezegging dekt volgende risico’s:
-
Indien men komt te overlijden voor men met pensioen gaat, voorziet het FBZ-SSPE een extra tegemoetkoming voor de rechthebbende(n) van € 1.500 indien de arbeider in de sector was tewerkgesteld op het ogenblik van overlijden.
-
In geval van arbeidsongeschiktheid door ziekte/ongeval of gedurende periodes van tijdelijke werkloosheid wordt het aanvullend pensioen verder opgebouwd (sinds 2004 à rato van € 0,30 per gelijkgestelde dag ziekte/werkloosheid, sinds 2006 à rato van € 0,50 per dag, sinds 2011 van € 0,80 en sinds 2012 van € 1,00 per gelijkgestelde dag ziekte/werkloosheid).
De sociale partners hebben beslist de dagen arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval en beroepsziekte eveneens te vergoeden in het kader van de solidariteitstoezegging.
Van aangeslotenen die komen te overlijden vooraleer ze met pensioen gaan, wordt het pensioenkapitaal (eventueel verhoogd met het aanvullend overlijdenskapitaal van € 1.500) uitbetaald aan de begunstigde(n). Het pensioenreglement bepaalt de begunstigde(n) van dit aanvullend pensioen:
-
echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner van de aangeslotene voor zover niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden,
-
als die er niet is, de persoon of personen aangeduid op het formulier 'aanduiding van begunstigde',
-
als die er niet is, de kinderen van de aangeslotene,
-
als die er niet zijn, de ouders van de aangeslotene,
-
als die er niet zijn, de grootouders van de aangeslotene,
-
als die er niet zijn, de broers of zussen van de aangeslotene,
-
als die er niet zijn, andere wettelijke erfgenamen met uitzondering van de Staat,
-
het financieringsfonds van de sector.
Aangeslotenen kunnen zelf iemand aanduiden als begunstigde a.h.v. het formulier 'aanduiding van begunstigde' dat op de website terug te vinden is en aangetekend aan de verzekeringsmaatschappij Axa Belgium, die instaat voor het beheer van het sectoraal pensioen, wordt bezorgd.
De wetgever heeft de sectoren en de ondernemingen 10 jaar gegeven om hun aanvullende pensioenplannen of groepsverzekeringen voor arbeiders en bedienden te harmoniseren. De deadline is 1 januari 2025.
Sinds 1 januari 2015 is er een overgangs- of standstill-periode. Tijdens deze overgangsperiode mogen de verschillen, zoals die bestonden op 1 januari 2015, niet groter worden gemaakt en mogen er ook geen nieuwe verschillen ingevoerd worden. Werkgevers die een groepsverzekering voorzien voor hun bedienden waarvan de bijdrage hoger ligt dan die voor de arbeiders, mogen die bijdrage dus niet optrekken tijdens de standstill-periode.
Omdat de sectoren nu eerst aan zet zijn, wachten bedrijven best even af. Voor de arbeiders van PSC 149.01 bestaat er al sinds 2002 een sectorpensioen onder de vorm van een groepsverzekering bij AXA Belgium. Op dit moment is de jaarlijkse bijdrage in dit sectorplan gelijk aan 2,10% van de bruto jaarwedde onderworpen aan RSZ-bijdragen (pensioenluik + solidariteitsluik). De sociale partners bekijken momenteel hoe eenzelfde sectorpensioen ook kan opgezet worden voor de bedienden die tewerkgesteld worden door de ondernemingen die voor hun arbeiders onder PC 149.01 vallen (waarvan de meesten onder PC 200 en PC 201 ressorteren). Daarbij wordt ook rekening gehouden met de problematiek van ondernemingen die onder meerdere paritaire (sub)comités vallen.
Volta fbz zal hierover in de komende maanden communiceren.